Printversie

EEN VERHAALTJE BIJ EEN KAARTJE: CREVECOEUR - MATTIJS



Inleiding

Op 31 december 1919 verstuurden Leon Crevecoeur en zijn vrouw Sophie Mattijs een kaartje aan neef en nicht bakker Francois Hermans-Van Gelder aan de Langen Steenweg in Diest, met het volgende bericht: "Beste neef en nicht, Onze beste wenschen ter gelegenheid van nieuwjaar en hopen u nog dikwijls deze wenschen te mogen hernieuwen, goeden gezondheid voor gansch de familie, onzen Joseph is voor den oogenblik in Parijs en is er tevreden. Allen hier tamelijk goed. Uwe neef en nicht L. Crevecoeur .........Mattijs, 64 Nieuwstraat Esschen." Wie waren die L. Crevecoeur en Mattijs? Waar kwamen zij vandaan. In die tijd dat zij de ansicht schreven was Crevecoeur zeer zeker geen gangbare naam in Essen. Wie was zoon Joseph. Wie waren de ontvangers van het kaartje? Allemaal vragen die nieuwsgierig maken.

Van Hermans tot Crevecoeur

Diest is een stad in de Belgische provincie Vlaams-Brabant. In het oosten grenst de gemeente aan de provincie Limburg. Door de historische band met het huis Nassau is het ook een Oranjestad. Heden ten dage voert koning Willem Alexander der Nederlanden nog steeds de adellijke titel Baron van Diest.
Diest lag langs de handelsweg Brugge-Keulen en aan de rivier de Demer en kende daardoor een grote welstand. Het had een drukbezochte landbouwmarkt, graan- en veemarkten maar het was vooral de lakennijverheid en -handel die voor de grote welstand zorgde. De ligging aan de Demer was tevens de oorzaak van het feit dat Diest vaak belegerd werd. In de periode 1713-1790 wist de stad zich onder het Oostenrijkse bewind te herstellen. Er werd volop handel gedreven en bier gebrouwen. De Oostenrijkers waren niet erg populair. Dus de bewoners waren blij met de bevrijding door de Fransen. Maar het Franse regime was nog erger met de repressie van het katholicisme, de invoering van de dienstplicht en het afschaffen van het Ancien Régime. In 1798 probeerde het boerenleger, door Diest te bezetten, de stad te bevrijden van de Fransen. Het leger kon slechts 4 dagen stand houden en ontsnapte via een noodbrug over de Demer. Uiteindelijk brak er tussen 1815 en 1830 een Nederlandse periode aan.
Het is in deze roerige tijd dat Joannes Baptista Hermans als zoon van Jean Baptiste Hermans en Margaretha Peeters op 20 november 1772 in Diest werd geboren. Hij ging werken als brandewijn stoker (distillateur) en trouwde er op 10 november 1801 met Maria Catharina Keustermans. Maria Catharina werd op 25 maart 1773 te Diest geboren en overleed er op 13 april 1840. Het echtpaar kreeg in ieder geval 9 kinderen, 3 zoons en 6 dochters: Livinus Hermans, de derde zoon van Joannes Baptista en Maria Catharina, trad op 7 mei 1838 in het huwelijk met Anna Maria Joanna Moris. Livinus ging samen met Anna Maria Joanna in Scherpenheuvel wonen waar ze op 5 april 1840 hun zoon Franciscus kregen. Francois huwde 28 oktober 1868 in Zichem Maria Catharina Paulina van Gelder. Zij was 6 november 1846 in Zichem als dochter van Cornelius Van Gelder en Maria Catharina Pironet. Het echtpaar vestigde zich aan de Langen Steenweg, later de Koning Albertstraat, in Diest waar Francois bakker was. Het was dus deze Francois op dit adres aan wie het kaartje werd gestuurd. Op 16 januari 1922 kwam Francois op ditzelfde adres te overlijden. Alles wijst er op dat Francois de grondlegger was van de huidige bakkerij aan de Koning Albertstraat te Diest. Echter het jaartal dat de huidige bakker als het jaar noemt van oprichting is voor het geboortejaar van Francois.
Eén van de jongere zussen van Livinus, te weten Maria Rosalia, trouwde 3 april 1839 in Diest met Franciscus Bonnijns, die net als Maria Rosalia in Diest was geboren. Zij hadden samen een slagerij in Diest. Eén van hun kinderen, Catharina Maria Josepha Antonia (º31 juli 1842 in Diest; † ) trouwde op 4 februari 1867 in Diest met Prosper Julianus Crevecoeur. Prosper was op 24 maart 1831 geboren te Adegem als zoon van Joannes Carolus Crevecoeur en Maria Theresia Hermans (º7 april 1850 Lembeke; † ). Vader Joannes was brigadier bij de douane. Prosper was bediende aan den ijzeren weg en woonde op het moment van zijn huwelijk in Leuven. De twee getuigen van zijn kant waren broers van hem. De 35 jarige Carolus Constantinus Crevecoeur, woonachtig te Stekelen, was in de voetsporen van zijn vader getreden en dus ook douanier. De tweede getuige bij het huwelijk was zijn 31 jarige broer Ernest Theodorus Crevecoeur die in Brussel woonde en bakker was. Lang heeft het huwelijk van Prosper en Catharina niet mogen duren, want op 4 februari 1880 kwam tramoverste Prosper in Antwerpen te overlijden. Zijn vrouw overleed 24 maart 1883 in Diest. Leon Desideer Crevecoeur, een zoon van Prosper en Catharina, werd dan ook al vroeg wees. Leon was op 25 februari 1871 te Kessel Loo geboren. Hij ging als tolbeambte werken en was kort voor zijn huwelijk vanuit Brasschaat naar Merksplas verhuisd. Daar leerde hij Sophia Mattijs kennen, dochter van herbergier Jan Frans Mattijs en Maria Elisabeth De Smet. Zij was van Mortsel afkomstig. Zij was bottienstikster en woonde tot kort voor haar huwelijk in Borgerhout. Leon en Sophia traden op 14 augustus 1897 in het huwelijk in Merksplas en gingen al snel in Antwerpen wonen. Daar werden hun twee zonen geboren. Op 1 april 1899 werd aan de Biekorfstraat zoon Theophiel Leon geboren en op 11 januari 1901 Josephus Sophia Celestinus. In 1903 kreeg het gezin er nog een meisje bij maar dat mocht helaas slechts 7 maanden leven. Het gezin verhuisde van het éne adres naar het andere binnen Antwerpen, van de Biekorfstraat naar de Lange Pothoek, van daaruit naar de Van Helmontstraat dan naar de Falconrui, de Trapstraat, Stijfselrui, van de Werve en ga zo maar door, om uiteindelijk van de Napoleonkaai 15 op 28 april 1919 naar Essen te verhuizen. Daar gingen ze aan de Nieuwstraat wonen op nummer 64. Niet ver van het douanekantoor vandaan. Het was vanaf dit adres dat ze het kaartje van de Mariaberg stuurden met de goede wensen voor het nieuwe jaar. Zoon Josephus was op het moment van schrijven in Parijs. Hij trouwde met Adele Tax, die vermoedelijk half 1920 vanuit Roosendaal naar de Molenheidestraat 60 in Essen verhuisde om er als dientsbode te gaan werken. Josephus en Adele woonden in de Kloosterstraat. Zij kregen samen 3 kinderren. Josephus verdiende de kost als treinwachter. Josephus overleed in 1969 en Adele in 1980. Hun graf is terug te vinden op de begraafplaats achter de kerk aan de Nieuwstraat. De oudste zoon, Theophiel, trouwde met Maria Embregts. Het echtpaar woonde aan de Handelsstraat. Zij kregen kinderen, echter daar is niets over te achterhalen. Theophiel overleed in 1966 en Maria in 1968. Hun graf is op begraafplaats Statie.

Afb.: Het graf van Theophiel Crevecoeur op Statie te Essen (© M.J. de Boevere)

Afb.: Het graf van Joseph Crevecoeur op Centrum te Essen (© M.J. de Boevere)

Parenteel van Jean Baptiste HERMANS

Geboren º Getrouwd X Overleden †